maandag 6 januari 2014

Anno 1920


Zo een OUD verhaal, we schrijven anno 1920...

Nasleep van wereldoorlog één. Vele mensen leden nog altijd honger. Er werd op de deur geklopt, mijn grootmoeder, toen nog een jonge vrouw, deed open. Daar stonden ze dan, drie kleine, vuile zigeunerkinderen. Ze stonden te rillen van de kou en hun handjes zagen blauw. Dat kon ook moeilijk anders want ze hadden alleen maar wat vodden aan hun lijfje. En buiten was het zo guur en koud. 

Mijn grootmoeder moest niet nadenken, met één gebaar trok ze de kinderen de warme woning in. Zelf hadden zij het ook niet breed, haar man was voerman, met kar en paard en er waren vijf kindermondjes die moesten gevoed worden Hij werkte zes dagen per week en tien uren per dag. Maar ze waren al blij dat hij werk gevonden had in deze tijd van schaarste.

De zigeunerkinderen waren niet alleen verkleumd, ze hadden ook vreselijk honger. Grootmoeder sneed voor ieder enkele dikke plakken van het zelf gebakken brood en deed er spekvet bovenop. 

Haar eigen kinderen, waaronder mijn moeder, hadden zich rond de tafel geschaard, en keken met verbaasde ogen naar de schrokkerigheid van die kleine vuile zigeunerkindjes. Grootmoeder stuurde haar oudste dochtertje naar één van de buren, met de vraag of ze niet een beetje geitenmelk voor haar hadden. Ze gaf haar laatste centen mee.

Nadat de kinderen verzadigd waren vielen hun oogjes bijna toe. Maar grootmoeder was nog niet klaar met hen. Ze keek naar de verkleumde handjes en erger nog naar hun voetjes waarvan de huid, zo ruw en blauw was. Ze liet de kinderen eerst wat bekomen. 

Toen haalde ze een grote zinken teil, die werd in de keuken naast het stoofke gezet en gevuld met lauwwarm water. Het was zeker het eerste bad, sinds lang, dat deze kinderen kregen. Ik hoor mijn grootmoeder nog altijd vertellen over het prachtige haar dat het meisje had, maar het zat vol knopen en was heel vuil. Terwijl de twee kleine jongens stilaan indommelden toog grootmoeder aan het werk. Resultaat, twee mooie donkere vlechten, rond een inmiddels blozend meisjesgelaat.

De twee oudste zussen hadden ook niet stilgezeten en hadden kleding voor de kinderen uitgezocht, die ze in plaats van de lompen aankregen. Omdat er maar één jongen in het gezin was en die bovendien al wat ouder was,  gingen zij bij een tante in dezelfde straat, om jongenskleren vragen.  Domien, zo heette het neefje, was van dezelfde leeftijd als de twee kleine schooiertjes.  Schoenen waren toen een luxe, maar klompen met stro erin en warme wollen sokken konden al veel pijn verzachten.
 
Converseren gebeurde met gebarentaal, want de kinderen kenden geen Nederlands en het taaltje dat zij spraken was voor grootmoeder en de kinderen onverstaanbaar. Het geheel zal zo ongeveer een uur of twee in beslag genomen hebben. 

Toen het reeds donker begon te worden, stapten drie totaal andere kinderen weer de straat op. De oudste van de jongens droeg een pakje in een rode zakdoek geknoopt, het waren nog van die lekkere zelfgebakken boterhammen met spekvet, voor het geval er thuis nog hongerlijders zouden zijn, zei grootmoeder. De lompen had grootmoeder in een grote sjaal van haar gewikkeld, "die kon misschien nog van pas komen voor de moeder", zo vertelde zij later.

Er is nog een slot, aan dit verhaal, maar dat doet nu niets ter zake. Wat wel ter zake doet is dat die microbe van grootmoeder, om mensen zo daadwerkelijk  te helpen is overgegaan op verschillende van haar kinderen, ook op mijn moeder. Zij, op haar beurt, heeft dit verder gezaaid in onze harten. Dank grootmoeder, dank moeke, maar ook grootvader en mijn eigen vader, want ook zij keurden die dienstbaarheid goed.

Ik schreef dit verhaal neer, op Driekoningen 2008. Mijn moeder had het zo dikwijls verteld. 88 jaar na het gebeuren vond ik dat het wel eens mocht gepubliceerd worden, vandaar....Ondertussen zijn we weer 6 jaar verder, maar het blijft actueel. 
ria

Hieronder een reactie van een dame die het las en me schreef:


Ria, 

ik heb net je verhaal gelezen over de zigeunerkinderen, het greep mij aan, je grootmoe die zelf niet teveel had, deelde met die kinderen, ze waste ze dan ook nog, en daarbij zorgde ze nog voor kleding, ik doe er mijn hoed voor af hoor. je mag fier zijn op je grootmoeder, en later ook je moeder en op jezelf, zo zie je maar dat zich inzetten voor... dikwijls met opvoeding te maken heeft. Lieve groeten 
Roos

1 opmerking:

Helma zei

Wat mooi Ria en wat een groots gebaar. Het is zo fijn om te delen met andere die het zoveel slechter hebben dan wij. Geweldig dat je dit geplaatst hebt.

Lieve groetjes, Helma