GELOVIG zijn in ONZE TIJD.







dit blog met de visioenen van Anna Catharina
wordt regelmatig bijgewerkt.








Het leven van de Heilige Maagd Maria volgens Anna Catharina Emmerich

Hoofdstuk 1.1 De voorouders van de Heilige Maagd

Inleiding (medegedeeld op 27 juni 1819 's morgens)

Vannacht is mij alles, wat ik in mijn jeugd zo dikwijls uit het leven van de voorouders van de Heilige Maagd heb gezien, geheel op dezelfde wijze in een reeks van beelden opnieuw voor de geest gekomen. Kon ik alles maar vertellen zoals ik het weet en zoals het voor mijn ogen staat, dat zou Brentano tot grote vreugde strekken. Ik zelf ben, door het aanschouwen ervan, in mijn lijden geheel verkwikt. Als kind was ik van alles dat ik mocht aanschouwen zo zeker dat ik aan eenieder die mij daarover wat anders zou hebben verteld, beslist zou te kennen hebben gegeven: "Neen, ik zal u dan eens beter zeggen", en ik had er mijn leven op durven verwedden dat het zo en niet anders was. Later maakte de wereld mij onzeker en zweeg ik. De innerlijke zekerheid is mij echter steeds bijgebleven en ik heb vannacht alles weer tot in de kleinste bijzonderheden gezien.

Ik was als kind in gedachten steeds bezig met de kleine kribbe, de kleine Jezus en zijn Heilige Moeder en het verwonderde mij dikwijls dat er mij niets over de familieleden van Maria werd verhaald. Ik kon maar niet begrijpen waarom er zo weinig omtrent haar voorouders en verwanten beschreven stond. In mijn vurig verlangen om daarover iets meer te weten kreeg ik een reeks visioenen. Ik zag de voorouders van Maria wel tot in de vierde of vijfde graad in opgaande lijn en leerde ze telkens kennen als buitengewone godvrezende en eenvoudige mensen, die met een onuitsprekelijk verlangen op de komst van de beloofde Messias wachtten.

Ik zag deze goede mensen altijd wonen te midden van anderen, die mij, met hen vergeleken, ruw als barbaren leken. Dikwijls maakt ik mij over hen zorgen en dacht: "Ach, wat moet er geworden van deze brave mensen, die zo vredelievend, zachtmoedig en mild zijn. Hoe zullen zij zich tegen deze boosaardige en ruwe barbaren beschermen? Ik wil hen gaan opzoeken en behulpzaam zijn, met hen vluchten in een woud waar zij zich kunnen schuilhouden. Wacht! Ik zal hen nog wel vinden!" Zo duidelijk zag ik hen voor mij staan en steeds was ik vol vrees en zorg over hun lot.

Ik zag Haar voorouders steeds leven in de grootste onthouding. Dikwijls zag ik, dat de gehuwden onder hen, elkaar beloofden om een tijdlang afgezonderd van elkaar te leven en daarover verheugde ik mij zeer, zonder duidelijk te kunnen zeggen waarom. Zulke afzonderingen hadden meestal plats wanneer er goddelijke plechtigheden met wierook en gebeden op handen waren, waaruit ik opmaakte dat er zich priesters onder hen bevonden. Ook zag ik hen dikwijls van de ene naar de andere plaats trekken terwijl zij, om niet door boosaardigen in hun levenswijze gestoord te worden, grotere bezittingen verlieten en zich naar de kleinere terugtrokken.

Hun verlangen naar de komst van de Messias van zo vurig dat ik hen dikwijls, zowel bij dag als bij nacht, eenzaam over de velden zag ronddwalen en hen zo hevig tot God hoorde smeken dat zijn in hun hartsverlangen hun kleren openscheurden als zou God met de brandende zonnestralen zich in hun hart inbranden of met de schemering van maan en sterren hun dorst naar de vervulling der profetieën lessen.

Zulke visioenen had ik, toen ik als kind en later als jong meisje, in de eenzaamheid bij het weiden der kudden of 's nachts op de hoogste gelegen velden van ons dorp, knielend tot God smeekte of ook als ik tijdens de Advent, om middernacht, een weg van drie kwartier door de sneeuw aflegde, om van ons huis in Flamske naar Coesfeld te gaan om daar in de Sint-Jacobskerk de Rorate-oefening bij te wonen. De nacht ervoor en ook tijdens de dag bad ik dan voor de arme zielen die, omdat zij tijdens het leven niet genoeg naar het geestelijke heil getracht hadden en zich te veel aan de aardse dingen gehecht hadden, in velerlei fouten gevallen waren en nu vol verlangen hun uur van verlossing afwachtten. Dan droeg ik mijn gebed aan God op, om hun tekortkomingen te wissen. Hierbij had ik echter ook mijn eigen belangen enigermate op het oog, want ik wist, dat deze arme zielen uit erkentelijkheid en uit voortdurend verlangen, om door mijn gebeden geholpen te worden, mij tijdig zouden wekken zodat ik mij niet zou overslapen. Zij kwamen dan ook als stille, zwakke lichtjes voor mijn bed zweven en wekten mij zo nauwkeurig op het gewenste ogenblik, dat ik nog mijn morgengebed voor hen kon opdragen. Dan besprenkelde ik hen en mijzelf met wijwater, kleedde mij aan en begaf mij op weg, terwijl de kleine arme lichtjes mij als in een processie heel netjes begeleidden. Dan zong ik onderweg uit het binnenste van mijn hart "Dauwt, heemlen van omhoog, gij, wolken, regent den Rechtvaardige" en dan zag ik hier en daar over de velden dat de voorouders van de Heilige Maagd zich over de velden spoedden, terwijl zij vurig smeekten om de Messias. En ik deed als zij.

En steeds kwam ik op tijd in de kerk om de Rorate-mis bij te wonen, al gebeurde het dikwijls, dat de arme zielen mij met een grote omweg langs de staties van de kruisberg voerden.

Wanneer ik nu deze lieve voorouders van Maria zo hunkerend tot God zag bidden, leken ze mij in klederdracht en wezen zo vreemd, en toch waren zij zo klaar en duidelijk in mijn nabijheid, dat ik zelfs nu hun gelaatstrekken en gestalte levendig voor mij zie. Dan dacht ik steeds bij mijzelf: "Wat zijn dat voor mensen? Het is heel anders dan nu en het is al lang voorbij en toch zijn zij daar" en dan hoopte ik altijd nog bij hen te komen. In hun doen en laten en in de wijze waarop zij God vereerden waren zij heel beslist en vol plichtsbesef. Ze klaagden nooit, enkel wanneer ze hun evenmens zagen lijden.

De Esseners (medegedeeld in juli en augustus 1821)

Ik had een uitvoerig visioen over de voorouders van de Heilige Anna, de moeder van de Heilige Maagd. Zij leefden te Mara, in de omtrek van de berg Horeb en behoorden tot het soort godvrezende Israëlieten, over wie ik veel bijzonderheden aanschouwde. Wat ik er nog van weet, wil ik vertellen. Ik vertoefde gisteren bijna de hele dag te midden van die mensen en was ik niet zozeer door bezoekers lastiggevallen, dan zou ik het meeste niet vergeten hebben.

Men noemde deze vrome Israëlieten, die met de voorouders van de Heilgie Anna verwant waren, Esseners of Esseërs. Ze zijn echter driemaal van naam veranderd: oorspronkelijk heetten ze Eskareners, later Chasideërs en uiteindelijk Esseners of Esseërs. De naam Eskarener vindt zijn oorsprong in het woord escare of ascara, zoals men het deel des offers noemde, dat aan God toekwam, of ook de welriekende wierook van het tarwelmeeloffer. De tweede naam Chasideër betekent zoveel als de barmhartigen. Wat de naam Essener betekent, ben ik vergeten.

Dit soort vrome mensen stamde uit de tijd van Mozes en Aäron en wel uit de priesters die de Ark des Verbonds droegen. De eerste jaren, tussen Isaïas en Jeremias, kregen zij een bepaalde levensregel. Aanvankelijk was hun getal niet groot, doch later woonden zij in het Beloofde Land, over een uitgestrektheid van 48 uren in de lengte en 36 uren in de breedte in nederzettingen. Nog later vestigden zij zich bij de gebergten Horeb en Carmel, waar Elias geleefd heeft.

De Esseners hadden ten tijde van de voorouders van de Heilige Anna, als geestelijke leider, een oude profeet, Archos of Arkas, die op de berg Horeb verbleef. Hun vereniging had veel van een geestelijke orde. De novicen moesten een jaar proeftijd doormaken en werden dan, volgens hogere ingevingen van de profeet, voor korte of lange tijd opgenomen. De eigenlijke leden der orde, de samen woonden, traden niet in het huwelijk, maar leidden een maagdelijk leven. Zij echter, die uit de Orde getreden waren of zich op enige wijze als aanhangers ervan beschouwden, begaven zich in het huwelijk, maar volgden met hun huisgenoten een leefregel, welke in verschillende opzichten met deze van de eigenlijke Esseners overeenstemde. Tussen hen en de laatsgenoemde bestond een verhouding, zoals men deze dagen tussen de wereldlijke leden der Orde, de Tertiarissen, en de ordesgeestelijken van de Katholieke Kerk aantreft. Immers, de gehuwde Esseners wonnen in alle gewichtige aangelegenheden en bijzonder bij het aangaan van een huwelijk van een hunner, de raad in van de oude profeet op de berg Horeb. Ook de grootouders van de Heilige Anna behoorden tot deze soort van gehuwde Esseners.

Later ontstond nog een derde soort van deze orde, die alles hebben overdreven en tot zo'n grote dwalingen kwamen, dat de anderen ze niet meer in hun midden dulden.

De eigenlijke Esseners hielden zich in hoofdzaak met het uitleggen van de profetieën bezig, en het hoofd van de berg Horeb, had meerdere malen in de grot van Elias goddelijke openbaringen betreffende de komst van de Messias. Hij kende de stam waaruit de Moeder van de Messias zou geboren worden en toen hij de voorouders van de Heilige Anna over hun huwelijk voorspelde zag hij dat de komst van de Zaligmaker nabij kwam. Hoe lang echter de geboorte van de Messias door de zonden van de mensen zou vertraagd worden, wist hij niet en hij spoorde daarom aan tot boete, vasten, gebed en zelfverloochening, in welke godvallige werken alle Esseners van ouds het voorbeeld gaven.

Voordat Isaïas de Esseners verzamelde en hen een leefregel gaf, leefden zij verspreid en als vrome Israëlieten en beoefenden zij grote verstervingen. Zij droegen steeds hetzelfde kleed tot het niet meer te gebruiken was. Zij streden vooral tegen de zindelijkheid en dikwijls gebeurde het, dat ze met wederzijds goedvinden, in ver uit elkaar verwijderde hutten lange tijd van hun echtgenoten gescheiden leefden. Wanneer ze echter in echtelijke gemeenschap leefden, geschiedde dit enkel met het oog op een heilige nakomelingschap, wat de vervulling der profetieën bevorderlijk zou kunnen wezen. Ik zag hen gescheiden van hun echtgenoten eten en eerst als de man zijn maaltijd beëindigd had, was het de beurt aan de vrouw. Reeds toen trof men onder de gehuwde Esseners de voorouders van de Heilige Anna en van de andere heilige personen aan.

Ook Jeremias behoordde tot hen, en de mensen, die men "kinderen der profeten" noemde, kwamen uit hen voort. Zij woonden in groot aantal rond de bergen Horeb en Carmel. Ook in Egypte heb ik later velen hunner aangetroffen. Ik heb ook gezien hoe zij door oorlog een tijdlang rond de berg Horeb verdreven werden en door nieuwe leiders weer bijeengeroepen werden. Ook de Machabeën behoorden tot hun stam.

Zij hadden een grote verering voor Mozes en, een heilig kleed dat hij eens aan Aaron geschonken had, was in hun bezit. Zij bewaarden het als iets heiligs en ik heb gezien dat ongeveer vijftien Esseners ter verdediging van dit heiligdom hun leven gegeven hebben. Hun leiders waren als profeten in de heilige geheimen van de Ark des Verbonds ingewijd.

De eigenlijke, in maagdelijke staat levende Esseners waren van een onbeschrijfelijke reinheid en godsvrucht. Zij namen kinderen aan en voedden ze op in grote heiligheid. Om als lid tot deze strenge orde te worden toegelaten moest men 14 jaar oud zijn. Reeds beproefde lieden hadden slechts een proeftijd van één jaar, anderen hadden er een van twee jaar te doorstaan. Zij dreven geen handel, maar ruilden slechts landbouwprodukten tegen wat zij nodig hadden.

Indien iemand onder hen zich aan een zware zonde schuldig maakte, dan werd door de leider de banvloek over hem uitgesproken. Deze ban had een soortgelijke kracht als die van Petrus over Ananias, die, er door getroffen, stierf. Als profeet wist hun leider wie er gezondigd had. Ik zag ook enkele Esseners die slechts boetestraffen ondergingen in bijvoorbeeld een nauwsluitend kleed, waarvan de uitgestrekte en onbeweeglijke mouwen vol met doornen zaten. Zo moesten ze blijven staan.

De berg Horeb bevatte tal van kleine grotten welke als wooncel dienst deden. Bij een grotere grot was van licht vlechtwerk, een vergaderzaal gevormd, waarin om 11 uur in de voormiddag een gemeenschappelijke maaltijd gebruikt werd. Hierna keerde iedereen naar zijn cel terug. In de vergaderzaal stond nog een altaar waarop gewijde broden lagen. Deze waren bedekt en werden als iets heiligs beschouwd. Ik geloof dat ze onder de armen verdeeld werden.

De Esseners hielden veel duiven, welke tam waren en uit hun hand kwamen eten. Zij gebruikten ze als voedsel, doch ook voor godsdienstige ceremoniën. Soms spraken ze over de duiven enige woorden uit en lieten ze dan vliegen. Ik zag ook dat ze lammeren in de woestijn dreven, waarover ze zekere woorden hadden uitgesproken, als moesten deze dieren hun zonden op zich laden.

Ik zag de Esseners elk jaar driemaal naar Jeruzalem gaan om de tempel te bezoeken. Er waren onder hen ook priesters, die in het bijzonder moesten zorgen voor de heilige klederen: zij moesten die reinigen, daartoe bijdragen en ook nieuwe vervaardigen. Ik zag dat ze zich bezig hielden met landbouw en veeteelt, doch in hoofdzaak met tuinbouw. Tussen hun cellen in was de berg Horeb vol met tuinen en vruchtbomen. Velen zag ik weven en vlechtwerken vervaardigen en ook priesterkleren borduren. De zijde wonnen zij niet zelf, maar werd hen in bundels te koop aangeboden die zij inruilden tegen andere zaken.

Zij hadden te Jeruzalem een eigen kwartier waar zij woonden en ook in de tempel hadden zij een afzonderlijke plaats. De andere Joden hadden een zekere afkeer van hen vanwege hun strenge zeden. Ik zag ook dat zij geschenken naar de tempel zonden, zoals bijzonder grote druiven, welke door twee mannen aan een stok werden gedragen. Ook zonden zij lammeren, maar niet om te worden geslacht. Men liet ze, geloof ik, in een tuin rondlopen. Ik heb niet gezien, dat de Esseners in de laatste tijden, bloedoffers opdroegen. Ik zag dat zij zich door gebeden, vasten en boete, ja, zelfs door geseling, tot het bezoek aan de tempel voorbereidden. Indien iemand onder hen zich aan zonde schuldig gemaakt had en zonder boete gedaan te hebben het heiligdom van de tempel binnenging, stierf hij doorgaans op hetzelfde ogenblik. Troffen zij onderweg, ofwel te Jeruzalem, zieken of hulpbehoevenden aan, dan gingen zij niet naar de tempel, voordat hen alle mogelijke hulp verleend was.

Ik zag dat zij ook de geneeskunde beoefenden. Zij verzamelden kruiden en bereidden daarvan zelfs drankjes. Ook merkte ik op dat de heilige mannen, die ik enige tijd daarvoor zieken op een legerstede van heelkruiden had zien neerleggen, Esseners waren. Ook zag ik dat de Esseners door handoplegging zieken genazen of wel doordat zij met uitgestrekte armen geheel over de zieke gingen liggen. Voorts zag ik hoe zij niet aanwezige zieken op wonderbare wijze genazen, namelijk zij die niet in staat waren om zelf te komen zonden een vertegenwoordiger waarover de handeling diende te worden verricht, welke anders op de zieke zou hebben plaats gegrepen. Men onthield het ogenblik, waarop de handeling geschied was, en men zag dat de afwezige zieke op hetzelfde uur genezen was.

Ik zag dat de Esseners op de berg Horeb in de wanden van hun cellen getraliede holten hadden, waarin oude, heilige gebeenten, zorgvuldig in boomwol en zijde gewikkeld, bewaard werden. Het waren gebeenten van profeten die hier gewoond hadden, en ook van kinderen van Israël die daar in de streek gestorven waren. Er stonden kleine potten met groene heesters bij. Zij staken er lampen bij aan, vereerden de gebeenten en baden er voor.

Alle ongehuwde Esseners, die op de berg Horeb of elders in kloosters tezamen wooden, zagen er buitengewoon zindelijk uit. Zij droegen lange, witte kleren. Hun leider van de berg Horeb verscheen bij godsdienstige feesten in een schitterend priesterlijk gewaad, dat veel gelijkenis vertoonde met dat van de hogepriesters te Jeruzalem, doch wat korter en niet zo kostbaar was. Wanneer hij in de grot van Elias op de berg Horeb tot God bad of profeteerde, droeg hij steeds dit heilig kleed, dat uit acht delen bestond. Er was een heilig voorwerp bij, een soort mantel of scapulier, dat over borst en rug hing en door Mozes als onderkleed gedragen was. Het was van Mozes op Aäron overgegaan en later in het bezit gekomen van de Esseners. De profeet Archos, hun leider van de berg Horeb, droeg deze mantel steeds als onderkleed, als hij in vol ornaat om de ingevingen van de Allerhoogste smeekte. Het benedengedeelte van het lichaam was met een zachtel bedekt en borst en rug met dit heilig onderkleed, dat ik zo nauwkeurig mogelijk ga beschrijven. Het zal duidelijker zijn als ik de vorm ervan in papier uitknip.

Nu sneed Anna Catharina Emmerich de vorm van dit kledingstuk in papier uit en zei: uiteengespreid heeft het heilig kledingstuk nagenoeg deze vorm. De stof was stijf zoals een weefsel van haren. Op het middelste gedeelte van borst en rug was een stuk stof opgestikt in de vorm van een driehoek. War er zich tussen bevond, kan ik mij op dit ogenblik niet juist meer herinneren. In de halsopening was van voren een driehoek geknipt, waarvan de punten aan de bovenzijde door een band of riem waren verenigd. Deze driehoek hing aan de top nog met het kleed samen en kon voor een tweede opening, die bij de borst was aangebracht, geschoven worden, zodat hij deze volledig bedekte. De bovengenoemde dubbele plaatsen waren ribvormig doornaaid. Er waren letters op bevestigd met kleine stiftjes die er aan de andere kant met kleine haakjes uitstaken en in de borst prikten. Ook op de driehoek, die bij de hals was uitgeknipt, waren er een soort letters. De betekenis van deze driehoeken weet ik niet meer. Wanneer de priester dit heilige kleed aantrok, bedekte de bovenste driehoek juist de onderste. Op de rugzijde bevond zich eenzelfde
dubbele driehoek met letters en stiftjes.

Over dit onderkleed droeg hun leider een grijs wollen hemd en hierover nog een hemd, dat langer was en van witte zijde was vervaardigd: het werd in het midden door een brede, van letters voorziene gordel opgehouden. Een soort stool hing om zijn hals. Deze was kruiselings over de borst geslagen, door de gordel omvat en hing tot aan de knieën af. Aan de boven- en onderzijde van de plaats waar de stool zich kruiste, werd deze door drie riemen bijeengehouden.

Als bovenkleed droeg hij een gewaad dat enige overeenkomst had met een kazuifel en ook van witte zijde was vervaardigd. Anna Catharina knipte de vorm ervan na. De rugzijde was smal en reikte tot aan de grond. Onderaan waren twee bellen bevestigd. De klank ervan, riep de Esseners tot de godsdienstoefening bijeen. De voorzijde was korter en breder en van de halsopening tot beneden toe open. De banden die deze voorzijde bijeenhielden waren met letters en edelstenen versierd en lieten, zowel bij de borst als over het lichaam grote ruimten open, zodat de stola en het witzijden onderkleed zichtbaar bleven. De voor- en achterzijde van het bovenkleed was onder de armen met dwarsbanden verbonden. De halsopening omsloot een opstaande van voren dichtgehaakte kraag, waarover de in twee gescheiden baard van de priester afhing.

Over dit alles droeg hij eindelijk nog een wit zijden manteltje. Het was van blinkende zijde en werd van voor met drie haken, van edelstenen voorzien, gesloten. Er hingen bij de schouders bovendien franjes, kwasten en vruchten aan. Een van de armen was ook met een korte manipel getooid.

Het hoofddeksel was, naar ik meen, eveneens van witte zijde, rond en boogvormig, zoals een tulband. Het leek veel op de bonnet van onze geestelijken, want ik merkte dezelfde hoornen, ja, zelfs dezelfde pluim op. Aan het voorhoofd was er een gouden plaat met edelstenen bevestigd.

De Esseners leefden zeer streng en matig en aten bijna uitsluitend vruchten die zij volop in hun tuin kweekten. Archos zag ik gewoonlijk gele, bittere vruchten eten.

Ongeveer honderd jaar voor de geboorte van Christus zag ik in de nabijheid van Jericho een zeer vroom Essener, met name Chariot.

Archos of Arkas, de oude profeet van de berg Horeb, heeft gedurende negentig jaar aan het hoofd gestaan van de Esseners. Ik zag, hoe de grootmoeder van de Heilige Anna, voor het aangaan van haar huwelijk, zijn raad kwam inwinnen. Het is mij opgevallen, dat deze profeten slechts over vrouwen voorspellingen deden en dat de voorouders van de Heilige Anna evenals zij zelf, meestal dochters hadden. Het leek of het hun taak was, door hun gebed of door hun vrome levenswandel van God een zegen voor vrome moeders af te bidden, uit wier nakomelingschap de Heilige Maagd, de Moeder van de Zaligmaker moest geboren worden.

De plaats op de berg Horeb, waar de leider van de Esseners zijn gebeden verrichtte en voorspellingen deed, was de grot, welke door Elias ooit werd bewoond. Men moest, om deze te bereiken, langs verschillende treden opwaarts gaan om dan door een kleine, ongeriefelijke opening, in de grot nog enige treden af te dalen. Alleen de profeet Archos mocht daar binnentreden. Dat was voor de Esseners hetzelfde, als wanneer de hogepriester het sanctissimum van de tempel betrad, want hier was voor hen het Allerheiligste. Daarbinnen bevonden zich enige geheimvolle, heilige zaken, welke moeilijk zijn nader te bepalen. Wat mij er nog van bekend is, ga ik mededelen. Ik heb ze gezien, toen de grootmoeder van de Heilige Anna de profeet om raad kwam vragen.

De voorouders van de Heilige Anna

De grootmoeder van de Heilige Anna kwam van Mara in de woestijn, waar haar familie tot de gehuwde Esseners behoorde en bezittingen had. Haar naam klonk ongeveer als Moruni of Emorum, wat zovel betekent als "goede meder" of "verheven moeder". Toen de tijd kwam dat zij moest worden uitgehuwelijkt, dongen velen naar haar hand en ik zag haar naar de profeet op de berg Horeb gaan, opdat deze haar in haar keuze van een echtgenoot zou verlichten. Zij begaf zich in een afzonderlijke ruimte bij de vergaderzaal en sprak door een tralievenster met de profeet, die in de zaal zat, alsof zij bij hem te biechten ging. Slechts op deze wijze mochten vrouwen hem naderen.

Ik zag vervolgens hoe de profeet Archos zich kleedde in vol priesterlijk ornaat, daarna de berg Horeb beklom, om zich door de kleine ingang naar de grot van Elias te begeven. Hij sloot de kleine deur van de grot achter zich en opende een luik in het gewelf, waardoor licht binnenviel. De grot was inwendig keurig bewerkt. Er heerste een schemerdonker. In de zijwand was een klein altaar in de rots uitgehouwen, waarop ik, onduidelijk, verschillende heilige voorwerpen onderscheidde. Op het altaar stonden enige potten met laaggroeiende heesters. Het waren planten die niet hoger groeiden dan de zoom van het kleed van de Zaligmaker van de grond verwijderd was. Deze planten ken ik wel, men vindt ze ook bij ons, alhoewel minder groot. Door hun bloeien en verwelken gaven ze de profeet, wanneer deze om hemelse ingevingen smeekte, het een en ander te kennen.

In het midden van het altaar, tussen deze kleine heesters, ontwaardde ik iets dat op een hoogstammig boompje leek, waarvan de bladeren geelachtig leken en gedraaid als een slakkenhuisje. Ik durf niet te zeggen of het een echt boompje was, of nagemaakt, gelijk de stamboom van Jesse.

's Anderendaags verhaalde zij daarover: Aan dit boompje met zijn gekronkelde bladeren was, evenals aan de stamboom van Jesse, te zien, hoe ver men nog verwijderd was van de komst van de Heilige Maagd. Het scheen mij een levend boompje, dat toch als bewaarplaats gebruikt werd, want ik zag een bloeiende tak, waarin de staf van Aäron bewaard werd, die vroeger in de Ark des Verbonds gelegen had.

Wanneer Archos bij de uithuwelijking van een der voorouders van de Heilige Maagd in de grot van Elias om ingevingen van de Hemel bad, nam hij de staf van Aäron in de hand. Droeg nu dit huwelijk tot de komst van de Heilige Maagd bij, dan schoot uit de staf van Aäron een spruit op en deze bracht dan weer een of meer bloemen voort, waarvan er menigmaal enkele met het teken van de uitverkiezing getekend waren. Sommige van deze spruiten duidden reeds bepaalde voorouders van de Heilige Anna aan en kwamen deze nu om een huwelijk aan te gaan, dan beschouwde Archos de spruiten die op hen betrekking hadden en profeteerde naargelang deze zich verder ontwikkelden.

Er was echter nog een ander heiligdom in het bezit van de Esseners op de berg Horeb in de grot van Elias en wel een gedeelte van het eigenlijke heiligste heiligdom van de Ark des Verbonds: dit was in hun bezit gekomen toen de Ark in handen van de vijand gevallen was. (Anna sprak hier heel vaag van een strijd, een scheuring onder de levieten).

Dit geheim, met de vreze Gods in de Ark omhuld, was slechts bekend aan de heiligste der hogepriesters en aan enkele profeten. Ik meen echter te mogen vermelden, dat er in enkele geheimvolle en weinig bekende geschriften van oude, diepdenkende joden gewag van gemaakt wordt. In de nieuwe Ark des Verbonds van de door Herodes opgebouwde tempel was het allerheiligste geheim niet meer in zijn geheel aanwezig. Het was geen werk van mensenhanden, het was een mysterie, een allerheiligste geheim van de zegen Gods, dat betrekking had op de komst van de Maagd vol van genade, uit welke, door de ontvangenis van de Heilige Geest, het Woord is vlees geworden. Ik zag een deel van dit heiligdom, dat voor de Babylonische gevangenschap in zijn geheel in de Ark des Verbonds aanwezig was. Nu was het in het bezit van de Esseners, waar het in een bruine, glinsterende kelk, die uit edelsteen vervaardigd scheen, bewaard werd. Ook uit dit heiligdom deden zij voorspellingen. Het leek dikwijls of er kleine bloesems uit opschoten.

Toen Archos de grot van Elias was binnengetreden, sloot hij de deur, knielde neer en bad. Hij keek omhoog naar de lichtopening in het gewelf en wierp zich vervolgens met het aangezicht ter aarde. Ik zag toen een openbaring die de profeet ontving: hij zag namelijk hoe een rozenstruik met drie takken opgroeide onder het hart van een om raad vragende Emorun, en aan elk van deze takken bloeide een roos. De roos van de middenste tak was, ik gis, met de letter M. gemerkt. Toen verscheen een engel, die letters op de wand schreef. Archos richtte zich op, alsof hij uit een droom ontwaakte, en ontcijferde het geschrift, waarvan ik de betekenis vergeten ben. Hij verliet vervolgens de grot en maakte aan de maagd, die zijn raad was komen vragen, bekend dat zij moest huwen en wel met de zesde jongeling, die om haar hand gedongen had. Uit dit huwelijk zou een uitverkoren, met een teken gemerkt kind (de moeder van de Heilige Anna), geboren worden, dat een vat van het naderend heil zou wezen.

Emorun huwde dan de aangeduide jongeling, een Essener, met name Stolanus. Hij was niet uit de streek van Maria afkomstig en verkreeg door zijn huwelijk en de goederen van zijn bruid, een andere naam die ik mij niet meer herinner, die op verschillende wijzen werd uitgesproken en ongeveer klonk als Garescha of Sarzirius of iets dergelijks.

Stolanus en Emorun kregen drie dochters, van wie ik mij de namen Ismeria, Emerentia en Enue, de jongste dochter, herinner. Zij bleven niet lang meer in Mara en vestigden zich te Ephron. En ik zag dat ook nog haar dochters Ismeria en Emerentia in het huwelijk traden volgens de voorspellingen van de profeet op de Horeb.

Ik kan maar niet begrijpen dat ik zo dikwijls heb horen beweren dat Emerentia de moeder van de Heilige Anna geworden is, daar ik toch altijd gezien heb dat het Ismeria was. Ik zal in vredesnaam vertellen wat mij omtrent deze dochters van Stolanus en Emorun bijgebleven is.

Emerentia huwde een leviet, met de naam Aphras of Ophras. Uit dit huwelijk werd Elisabeth, de moeder van Johannes de Doper, geboren. Een andere dochter werd naar haar tante Enue genaamd. Deze was bij Maria's geboorte reeds weduwe. Hun derde dochter heette Rhode. Een dochter hiervan, met name Mara, was tegenwoordig bij de dood van de Heilige Maagd.

Ismeria huwde Eliud. Zij leefden als gehuwde Esseners in de omtrek van Nazareth en de heilige levenswijze van hun ouders was op hen overgegaan. Uit hun huwelijk werd de Heilige Anna geboren. Enue, de jongste dochter van Stolanus, woonde met haar echtgenoot tussen Bethlehem en Jerico. Een van hun nakomelingen werd leerling van Jezus.

De oudste dochter van Ismeria en Eliud noemde Sobe. Omdat deze het teken van de uitverkoring miste, waren haar ouders zeer bedroefd en gingen ze weer naar de profeet Archos, om zijn raad in te winnen. Archos maande hen aan tot gebed en versterving en beloofde dat zij getroost zouden worden. Er verliepen hierop wel achttien jaren, tijdens dewelke Ismeria geen kind ter wereld bracht. Toen God echter haar huwelijk wederom zegende, zag ik hoe Ismeria 's nachts een openbaring ontving. Zij ontwaarde een engel, die een letter op de wand schreef, en als ik mij niet vergis, was het de letter M. De man van Ismeria zag hetzelfde en nu aanschouwden beiden het teken op de muur. Drie maanden later werd de Heilige Anna geboren, die dat teken op de maagstreek mee ter wereld bracht.

Anna werd op vierjarige leeftijd, evenals later Maria, naar de tempelschool gebracht. Zij leefde er twaalf jaar en keerde toen naar het ouderlijk huis terug, waar zij twee kinderen, namelijk een tijdens haar afwezigheid geboren zuster Maraha en een zoontje van haar oudste zuster Sobe, dat Eliud heette.

Een jaar later werd Ismera dodelijk ziek. Zij gaf op haar sterfbed al haar kinderen vele vermaningen en stelde Anna als de toekomstige meesteres van het huis aan. Vervolgens sprak zij nog tot Anna alleen en deelde haar mee, dat zij een uitverkorene van genade was en dat zij moest worden gehuwd na eerst de profeet op de berg Horeb te hebben geraadpleegd. Dan gaf zij de geest.

Sobe, de oudste zuster van Anna, had een zekere Salomon tot echtgenoot. Uit dit huwelijk werd, behalve hun zoon Eliud nog een dochter, Maria Salome, geboren die met Zebedeus huwde en de apostelen Jacobus de Meerdere en Johannes ter wereld bracht. Nog had Sobe een tweede dochter, die de tante van de bruidegom van Cana en de moeder van drie leerlingen van Jezus was. Eliud, de zoon van Sobe en Salomon, was de tweede man van de weduwe Maroni van Naïm.

Maraha, Anna's jongere zuster, kreeg, toen Eliud zich in het dal Zabulon gevestigd had, de goederen te Sephoris in bezit. Uit haar huwelijk werden een dochter en twee zoons geboren, Arastaria en Cocharia, die discipelen van de Heer werden.

Nog had Anna een derde zuster, die in behoeftige omstandigheden verkeerde en met een herder gehuwd was. Zij bevond zich dikwijls in Anna's woning.

Anna's overgrootvader was een profeet. Eliud, haar vader, was afkomstig uit de stam van Levi. Haar moeder echter uit die van Bebjamin. Anna werd geboren te Bethlehem. Haar ouders trokken later naar Sephoris, dat vier uren van Nazareth verwijderd ligt en waar zij een huis en landelijke bezittingen hadden. Zij bezaten echter ook goederen in het bekoorlijke dal Zabulon, anderhalf uur van Sephoris en drie uur van Nazareth gelegen. Anna's vader bracht dikwijls met zijn gezin het mooiste jaargetijde in het dal Zabulon door en vestigde er zich voor goed na de dood van zijn echtgenote. Zo kwam hij in aanraking met de ouders van de Heilige Joachim, de toekomstige echtgenoot van de Heilige Anna. Joachims vader heette Mathat en was de tweede broer van Jacob, de vader van de Heilige Jozef. Zijn oudste broer heette Joses. Mathat woonde in het dal Zabulon.

Ik zag Anna's voorouders vroom en aandachtig mee de Ark des Verbonds dragen en ontwaardde hoe uit dit heiligdom stralen op hen nedervielen, welke op hun nakomelingschap doelden, op Anna en de Heilige Maagd Maria. Anna's ouders waren vermogend. Ik zag dit aan hun grote bezittingen. Zij bezaten vele ossen, doch van alles wat zij hadden, ontvingen de behoeftigen ruimschoots hun deel. Ik heb de Heilige Anna als kind gezien: zij was geen schoonheid, maar toch meer dan gewoon. Zo schoon als de Heilige Maagd was zij echter op verre na niet, maar zij had iets ongewoon kinderlijks en eenvoudigs over zich, dat mij steeds is opgevallen, zowel toen ze nog een meisje was, als toen ik haar als jonge vrouw op latere leeftijd zag, zelfs zo dat, wanneer ik een oude, goedhartige boerenvrouw ontmoette, de gedachte aan de Heilige Anna steeds bij mij opkwam. Zij had nog meer broers en zussen, die allen in het huwelijk traden. Zij echter dacht nog niet aan huwen. Haar ouders hielden bijzonder veel van haar. Wel zes jongelingen dongen om haar hand, doch allen wees ze af. Toen zij, evenals haar voorouders, bij de Esseners raad gevraagd had, werd haar aangeduid dat zij Joachim moest huwen. Anna kende Joachim echter nog niet, maar toen haar vader Eliud naar het dal Zebulon trok, waar Joachims vader Mathat woonde, vroeg Joachim haar ten huwelijk.

Joachim was verre van schoon. De Heilige Jozef, ofschoon reeds op jaren, was bij hem vergeleken een buitengewoon mooie man. Joachim was klein, breed en toch mager van gestalte. Ik moest telkens lachen, als ik hem mij voorstel, maar hij was buitengewoon vroom. Vermogen had hij niet. Hij was verwant met de Heilige Jozef, zoals ik ga uiteenzetten.

Jozefs grootvader was door Salomon een afstammeling van David en heette Mathan. Hij had twee zonen, Jacob en Joses. Jacobs was de vader van de Heilige Jozef. Toen Mathan stierf, hertrouwde zijn weduwe met Levi, die door Nathan een afstammeling van David was en uit dit tweede huwelijk werd Heli, zoals Joachim ook genoemd werd, geboren.

Het aanzoek om de hand van een meisje geschiedde in die tijd hoogst eenvoudig. De minnaars waren nogal verlegen en schuchter. Men sprak met elkaar en wist bij het huwen niets anders, of het moest zo zijn. Zei de bruid ja, dan waren de ouders tevreden, zei ze neen en had ze daarvoor haar redenen, dan was het ook goed. Was de zaak met de ouders in orde gekomen, dan had de verloving plaats in de synagoog van hun woonplaats. De priester verrichtte zijn gebeden op de heilige plaats, waar de boeken van de Wet lagen. De ouders hadden hun gewone plaats ingenomen. Bruidegom en bruid echter bevonden zich in een afzonderlijke ruimte en bespraken hun plannen en voorwaarden: werden zij het dienaangaande met elkaar eens, dan deelden zij dit aan hun ouders mee en deze deelden dat dan vervolgens aan de priester mee, die dan op de voorgrond trad en hun verklaringen aannam. 's Anderendaags werd dan het huwelijk voltrokken. De gebeurde onder de blote hemel met verschillende ceremoniën.

Met dank aan Chris De Bodt (inmiddels overleden)


   
...................................................................



Een sneltrein.

Als een sneltrein raast het kwaad door de wereld. Oorlogen ontspringen als bronnen, bronnen van kwaad. Hoofden rollen, vooral dan letterlijk. Daarna worden ze triomfantelijk op spiesen gestoken. Hoe is dit mogelijk? Kun je hen die zich daaraan bezondigen, nog mensen noemen? En op de boulevard flaneren honderden nieuwsgierigen, kinderen en jongeren inbegrepen. Ze flaneren en stappen letterlijk over de lijken, waarmee de straten bezaaid liggen. Er is zo gruwel dat het nauwelijks kan benoemd worden. Honderduizenden hebben have en goed moeten verlaten, omwille van hun geloof. Het land dat eeuwen geleden reeds christen was. De huizen zijn getekend, met het kenteken van Jezus (NUN) de Nazorener. Zijn wij opnieuw in de jaren dertig toen miljoenen mensen verplicht een ster moesten dragen. Het lijkt er op.


Palestina, waar Jezus geboren werd, leefde en al weldoende rondging. Kinderen vinden de dood door de waanzin van hun vaders, die koste wat kost Israël willen vernietigen. Ze offeren daarvoor zelfs hun kinderen die ze gebruiken als schilden. In VN scholen stockeren ze wapens, al dan niet met medeweten van de VN. Ze schieten raketten af, dag in, nacht uit. En Israël beantwoordt met gelijke munt. Wie zijn de slachtoffers? Moeders, kinderen, ouderen, die meenden veilig te zijn. Zovele doden, zoveel gewonden, trauma's voor kinderen om nooit meer te vergeten.  
Jeruzalem, daar is het om te doen. Voor de mensen lijkt het om het vernietigen van de Israëlische staat en van de Joden.     Satan's plan echter is de vernietiging van het Christendom en de plaats waar alles begon. Hij strijdt op vele plaatsen, heeft talrijke handlangers, pionnen die hij inzet waar hij ze nodig acht. 
Maar hij vergeet één ding. Hij voert nu de strijd met de Vrouw, gekroond met de twaalf sterren, die de kop van het serpent zal verpletteren. Hoe lang zal de strijd nog zijn, hoe hevig? Wat staat er ons nog allemaal te wachten, we weten het niet. Maar één ding weet ik zeker, dat het gebed van velen een middel is om het kwade te helpen terugdringen. Daarom zo belangrijk dat wij bidden en luisteren naar wat de Hemel ons vraagt. Ria  -  5 augustus 2014


...........................................



Vandaag 29 juni viert de Kerk het feest van PETRUS en PAULUS.




HH. Petrus en Paulus, apostelen
Eerste Lezing 
Handelingen 12,1-11
Uit de Handelingen van de Apostelen

In die dagen legde koning Herodes de hand op enkele leden van de Kerk 
om hen te mishandelen. Jakobus, de broer van Johannes, liet hij met het
zwaard ter dood brengen. 
Omdat hij bemerkte dat dit de Joden aangenaam was, liet hij ook nog Petrus
gevangen nemen. 
Het was juist in de dagen van het ongedesemde brood. 
Toen hij hem in handen had gekregen, wierp hij hem in de gevangenis en 
liet hem bewaken door vier groepen soldaten, elk van vier man. 
Het was zijn bedoeling Petrus na het paasfeest voor het volk te leiden. 
Terwijl Petrus in de gevangenis zat, werd door de Kerk vurig voor hem tot God gebeden. 
In de nacht vóórdat Herodes hem wilde laten voorleiden, lag Petrus met
twee kettingen vastgebonden te slapen tussen twee soldaten, terwijl ook
voor de poort van de gevangenis wacht werd gehouden.

Opeens stond een engel des Heren bij hem en was de cel hel verlicht. 
Hij stootte Petrus in de zij, wekte hem en sprak: "Sta vlug op." 
Meteen vielen de kettingen van zijn handen. 
Vervolgens zei de engel: "Doe uw gordel om en bind uw sandalen onder."
Petrus deed het. De engel hernam: "Sla uw mantel om en volg mij." 
Hij ging mee naar buiten zonder nog te beseffen dat het werkelijkheid was
wat de engel deed; hij meende een visioen te zien. 
Zij passeerden de eerste en de tweede wacht en kwamen aan de ijzeren
poort die toegang gaf tot de stad; deze ging vanzelf voor hen open. 
Zij traden naar buiten, liepen een straat ver en eensklaps was de engel verdwenen.

Toen kwam Petrus tot zichzelf en zei: "Nu weet ik zeker, dat de Heer zijn
engel heeft gezonden en mij heeft ontrukt aan de macht van Herodes 
en alles wat het volk der Joden verwachtte."


2 Timoteüs 4,6-8.17-18
Uit de tweede brief van de heilige apostel Paulus aan Timoteüs

Want wat mij betreft, 
mijn bloed wordt weldra geplengd, 
het uur van mijn heengaan is nabij. 
Ik heb de goede strijd gestreden, 
de wedloop voleind, 
het geloof bewaard. 
Nu wacht mij de krans der gerechtigheid, 
waarmee de Heer, de rechtvaardige Rechter, 
mij zal belonen op de grote dag, en niet alleen mij, 
maar allen die met liefde uitzien naar zijn komst. 
Maar de Heer heeft mij ter zijde gestaan en mij kracht gegeven 
om mijn ambt als prediker van het evangelie 
ten einde toe te vervullen, 
zodat alle volken ervan horen, 
en ik werd verlost uit de muil van de leeuw. 
De Heer zal mij blijven beschermen tegen alle boze aanslagen 
en mij behouden overbrengen naar zijn hemels koninkrijk. 
Hem zij de heerlijkheid in de eeuwen der eeuwen! 
Amen.


EVANGELIE:
Matteüs 16,13-19
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs

In die tijd 
toen Jezus in de streek van Caesarea van Filippus gekomen was, 
stelde Hij zijn leerlingen deze vraag: 
Wie is, 
volgens de opvatting van de mensen, 
de Mensenzoon?
Zij antwoordden: 
Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, 
weer anderen Jeremia of een van de profeten.
Maar gij 
sprak Hij tot hen
wie zegt gij dat Ik ben?
Simon Petrus antwoordde: 
Gij zijt de Christus, 
de Zoon van de levende God.
Jezus hernam: 
Zalig zijt gij Simon, zoon van Jona, 
want niet vlees en bloed hebben u dit geopenbaard 
maar mijn Vader die in de hemel is. 
Op mijn beurt zeg ik u: 
Gij zijt Petrus; 
en op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen 
en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen. 
Ik zal u de sleutels geven van het Rijk der hemelen 
en wat gij zult binden op aarde, 
zal ook in de hemel gebonden zijn 
en wat gij zult ontbinden op aarde, 
zal ook in de hemel ontbonden zijn.

Tot zover de lezingen van de H. Eucharistieviering van vandaag.



...........................




Vandaag is het het feest van de Heilige Drie-Eenheid, 
de Vader, de Zoon en de  Heilige Geest.




Een gezegend feest van de Heilige Drie-Eenheid! 
God, die in zichzelf een liefderelatie is en Hun geluk met ons wilt delen... 
Als geliefde zonen en dochters van de Vader, in de Zoon, 
door Hun heilige Geest... 
De Adem van God die ook in ons ademt; ons zo getrouw in 's mensen lief 
en leed en ons helpend op weg naar eeuwig geluk, 
Hun geluk, waar wij ook heel concreet iets aan mogen toevoegen, 
ja: in geloof, hoop en wederliefde zitten wij reeds aan tafel.

(bron: de stille karmeliet)

mooie zondag,
ria

.......................................................................






De paus doet iedere morgen de ochtendmis in de kapel van Santa Marta, het huis waar hij een kamer betrekt. Deze viering wordt telkens door een aantal mensen bijgewoond. Daarom spreekt de paus ook in zijn homilie over het Evangelie van die dag. Zijn taal is eenvoudig, niet hoogdravend, maar helder en evangelisch. Niet alleen de kennis, maar ook de toepassing worden verkondigd. Zo sprak de paus vandaag over de schepping als een geschenk van God en welke gevolgen de vernieling van de aarde en de schepping heeft op de mensheid. Hij vraagt ook telkens weer voor hem te bidden, zeker in het vooruitzicht  van zijn pelgrimstocht naar het Heilig Land. In vele delen van de wereld worden gebedsstonden gehouden als ondersteuning van deze reis, vanaf vrijdag middernacht, op zaterdag en zondag. Bid U mee?



vertaling in het Nederlands met Bing

PAUS-PUBLIEK 21-Mei-2014 (


Het vernietigen van de schepping is het vernietigen van een geschenk van God, zei de paus.


Door Cindy Houten Catholic News Service VATICAANSTAD (CNS) - 



Vervuilen of vernietigen van het milieu is als aan God vertellen dat je niet waardeert wat hij gemaakt heeft en dat je niet verkondigt dat het goed is, zei paus Francis. 

De Bijbel zegt dat na elke fase van de schepping, God was tevreden met wat hij had gemaakt. Hoe moet onze houding zijn ten opzichte van de schepping ?Hoe moeten we haar beveiligen?
 Als we Gods creatie vernietigen, zal de schepping zelf ons vernietigen

De schepping is niet een eigenschap die we kunnen domineren volgens eigen genoegen noch werd ze geschapen voor korte tijd "zei hij. "De schepping is een geschenk, een prachtig geschenk van God die Hij aan ons heeft gegeven om ze te verzorgen en te gebruiken ten behoeve van alle met groot respect en dankbaarheid." 

De zeven gaven van de Heilige Geest - wijsheid, inzicht, raad, sterkte, kennis, vroomheid en angst voor de Heer - zijn niet alleen menselijke deugden en talenten, zei de paus. En kennis is niet alleen het menselijk vermogen "om de werkelijkheid die ons omringt te begrijpen en de wetten te ontdekken die de natuur en het universum te regelen." 

Integendeel, zei hij, de gave van kennis helpt mensen om te begrijpen, "door de schepping, de grootheid van de liefde . van God en zijn diepgaande relatie met elk schepsel " De gave van kennis helpt mensen erkennen dat alle dingen die mooi zijn - beide dingen in de natuur gevonden en dingen die het gevolg zijn van menselijk vernuft zijn - over God spreken, zei hij. 

"De Geest leidt ons tot de Heer om Hem prijzen uit het diepst van ons hart en Hem te erkennen, in alles wat we hebben en alles wat we zijn, een onschatbare gave van God en een teken van zijn oneindige liefde voor ons."



Paus Franciscus leidde het bidden van het Weesgegroet als een gebed voor de slachtoffers van de overstromingen in Bosnië-Herzegovina en in Servië. 




Hij vroeg de internationale gemeenschap om de twee naties in de Balkan, waar meer dan veertig mensen zijn omgekomen en tienduizenden dakloos werden niet te vergeten. De paus vertelde dat 24 mei is het feest van Onze Lieve Vrouw Hulp der Christenen, een Maria feest dat bijzonder dierbaar is bij katholieken op het vasteland van China. Hij vroeg de mensen om te bidden dat "katholieken in China mogen blijven geloven, hopen en liefhebben en, in alle omstandigheden, om een zuurdesem van harmonieus samenleven te zijn, temidden van hun medeburgers."





Chinese Madonna met Kind




Nederlandse vertaling staat na de Engelse tekst.
I had a problem. Someone had invited us, to make a pilgrimage to Our Lady in Lourdes. I'm oft in Lourdes, when I pray together with many the Rosary via KTO TV France. I have been there twice in my youth and once with my husband our young children.
I like Lourdes, but I never tought to go again, because here in Belgium we have also Beauraing and Banneux, where Our Lady appeared to several childeren. But we got this invitation. What shall we do? What do I want? Because I have health problems. I know Lourdes is the place to be for sick people. But the journey and everything. My husband said, ok let us go. But I was not sure. A few days later I was on the website from "Locutions to the world" I start reading about suffering. After a while I saw the last message, given on the day of Our Lady of Lourdes, the 17 February.
"Today is my feast.  I am called “Our Lady of Lourdes”.  Through St. Bernadette, I released a healing stream of water to the whole world.  Lourdes is a sign of the great oceans of healing waters that are stored in my heart, ready to flow out to all the world.  Come, drink of these waters.  They will ease your sufferings and you will see that God is not absent."
YES, our Lady invited me, invited us. We come dear Mother, with all the problems we have, with everything we like to ask, not for ourself, but for others. Thank You that You have open my eyes and especially my heart. Thank you so much. Your child, Ria, baptized "Maria". 
Locutions to the world
http://www.locutions.org/2014/02/7-our-lady-of-lourdes/
Mary - 17.02.2014
The human race marches along the road of darkness that it has so freely chosen.  Inevitably greater sufferings lie ahead.  Suffering, suffering and more suffering are Satan’s tactics.  He multiplies sufferings.  Confronted by these sufferings and confused by their constant presence, man finds great difficulty in experiencing God.  “Where is God?” people cry out when there is devastation and war.  They ask, “If there is a God, why does he allow all this to happen?”
I respond to these questions.  God is distant because man has walked away from him.  These sufferings are not from God.  They come from God’s enemy.  And my final answer is this.  God has sent a woman, a loving merciful woman as his instrument of consolation.
Today is my feast.  I am called “Our Lady of Lourdes”.  Through St. Bernadette, I released a healing stream of water to the whole world.  Lourdes is a sign of the great oceans of healing waters that are stored in my heart, ready to flow out to all the world.  Come, drink of these waters.  They will ease your sufferings and you will see that God is not absent.
Comment:  How many times sufferings cause problems of faith.  Mary wants to ease both the sufferings and the problems.

TRANSLATION IN DUTCH: 
Ik had een probleem . Iemand had ons uitgenodigd , om een bedevaart naar Onze -Lieve-Vrouw in Lourdes te maken. Ik vertoef vaak in Lourdes in gedachten , als ik bid samen met velen de Rozenkrans bid, die via KTO TV Frankrijk wordt uitgezonden vanaf de grot. Ik ben twee keer in mijn jeugd in Lourdes geweest en een keer met mijn man en onze kinderen, toen die nog jong waren .

Ik hou van Lourdes , maar ik had nooit gedacht om er nog eens naartoe te gaan . In België hebben we ook Beauraing en Banneux , waar Onze Lieve Vrouw verscheen aan verschillende kinderen. Maar we kregen deze uitnodiging gans onverwacht . Wat moeten we doen ? Wat wil ik ? Omdat ik gezondheidsproblemen heb. Ik weet wel Lourdes is ‘the place to be’ voor zieke mensen . Maar de reis en alles . Mijn man zei , ok laat ons gaan . Maar ik was niet zeker . Een paar dagen later was ik op de website van " locuties aan de wereld." Ik begon te lezen over het lijden . Na een tijdje zag ik de laatste boodschap , die op de feestdag van “Onze- Lieve-Vrouw van Lourdes” , de 17 februari gegeven was. Ze luidt als volgt:

"Vandaag is mijn feest . Ik word genoemd: " Onze -Lieve-Vrouw van Lourdes " . Langs St. Bernadette , bracht ik een helende stroom van water voor de hele wereld . Lourdes is een teken van de grote oceanen van helende wateren die zijn opgeslagen in mijn hart , klaar om uit te stromen naar de hele wereld. Kom , drink van deze wateren . Zij zullen uw lijden verlichten en je zult zien dat God niet afwezig is . "

JA , Onze Lieve Vrouw heeft me uitgenodigd , heeft ons uitgenodigd . Wij komen lieve Moeder , met alle problemen die we hebben , met alles wat we willen vragen , niet voor onszelf , maar voor anderen . Dank U dat U mijn ogen en vooral mijn hart te openen .

Dank je wel .

Uw kind , Ria , gedoopt " Maria "



17 Februari 2014 - uit "Locutions to the world"
Het menselijk ras marcheert langs de weg van de duisternis, waar het zo vrijelijk voor gekozen heeft. Onvermijdelijk ligt groter lijden in het verschiet. Lijden, lijden en meer lijden dat is Satans tactiek. Hij vermenigvuldigt lijden. Geconfronteerd met dit lijden en verward door de constante aanwezigheid er van, vindt de mens grote moeite met het ervaren van God. "Waar is God? 'Mensen huilen, wanneer er verwoesting en oorlog is. Zij vragen: "Als er een God is, waarom laat hij toe dat dit allemaal gebeurt?"
Ik beantwoord deze vragen. God is ver weg omdat de mens van hem is weggelopen. Dit lijden komt niet van God  Het komt van Gods vijand. En mijn laatste antwoord is dit. God heeft een vrouw, een liefhebbende, barmhartige vrouw gestuurd als Zijn instrument van troost.
Vandaag is mijn feest. Ik ben "Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes". Door St. Bernadette, bracht ik een helende stroom van water voor de hele wereld. Lourdes is een teken van de grote oceanen van helende wateren die zijn opgeslagen in mijn hart, klaar om uit te stromen naar de hele wereld. Kom, drink van deze wateren. Het zal uw lijden verlichten en je zult zien dat God niet afwezig is.




..........................................................



MEDJUGORJE - zomer 2013 - Pascale (een Belgische/Waalse dame,) zij doet haar verhaal overgenomen uit Bedevaartnet, met dank.



Pascale, genezen van leuco-encéphalopathie 


"De genezing van Pascale op het voorbije Jongerenfestival was een grote genade en een groot mirakel", zo zei Patty in haar inleiding. Pascale werd ziek op 28-jarige leeftijd. Ze was celliste, leerde iconen schilderen en heeft les gegeven, maar door haar ziekte werd dat alles onmogelijk. 


In 1993 ging ze voor het eerst naar Medjugorje en ontmoette er Pater Slavko. Het was op het einde van een jaar spirituele studie in de gebedsschool van Pater Daniël-Ange. Artsen stellen momenteel een dossier samen over haar genezing. De Bisschop is op de hoogte van haar genezing en het is nu aan Kerk om Pascale te contacteren voor verder onderzoek. 






Het getuigenis werd begonnen met gebed.

Daarna vervolgde Pascale:

"Ik ben 7 jaar geleden ziek geworden en leed aan leuco-encéphalopathie. Het is een ziekte die stap per stap de myeline van de zenuwcellen beschadigt. Alle functies vallen daardoor één na één uit. Beetje bij beetje heb ik mijn benen verloren, daarna kon ik mijn armen bijna niet meer gebruiken, ik had problemen met de spijsvertering en leed veel pijn, vervolgens verslechterde mijn ademhaling. Ik haalde nog slechts 30% ademhalingscapaciteit. Ik ben mijn stem verloren, en daarna mijn spraak. Ik kon enkel nog communiceren met gebaren en een paar geschreven woorden. Ik schreef mijn woorden op maar langzaam aan werden die steeds meer onleesbaar.



Een paar maanden geleden kregen mijn man en ik heel intens het verlangen om naar Medjugorje te gaan. We besloten om aan deze oproep gevolg te geven en onze twee kinderen mee te nemen, hoewel ze helemaal niet akkoord waren om met ons mee te gaan.



Op reis gaan in de staat waarin ik me bevond, vergde werkelijk een volledige overgave. Mijn man heeft onmiddellijk het volledige bedrag van de bedevaart betaald om niet meer in de mogelijkheid te zijn om erop terug te komen. Mijn dochter van 13 jaar was erg opstandig tegenover God. Ze zei: "Waarom doet God soms een mirakel, maar niet bij ons?" Zij wilde dat ik bad voor mijn eigen genezing.



Ik bad met mijn man al sinds het begin van mijn ziekte, maar niet noodzakelijk voor mijn genezing. God antwoordde op een andere manier. Wij hebben de innerlijke vrede ontvangen en het geloof gevonden. We vonden een evenwicht in onze relatie en beleefden een zeer diepe liefde, in de kracht van de beproeving. Ik heb er bij mijn dochter op aangedrongen dat zij voor mijn genezing zou bidden.

In de bus naar Medjugorje had ik voortdurend hulp nodig. Men moest me dragen op en af de bus. Ik moest mijn beademingstoestel kunnen aansluiten. Mijn dochter heeft een klein briefje met een Schriftwoord getrokken en daar stond op: "Zieken zullen ze de handen opleggen en zij zullen gezond worden." (Mc. 16, 18.)



Mijn grootste verlangen was aanwezig te zijn bij de Verschijning van Maria aan Mirjana op 2 augustus. Daar aangekomen wachtte ons een nieuwe uitdaging. We hadden een rolstoel gehuurd waarin ik kon neerliggen, nog groter en langer dan een normale rolstoel. Er zijn verschillende mensen die mij gedragen hebben door de enorme mensenmassa tot aan de plaats van de Verschijning.

Het deed ons denken aan de lamme die door het dak werd neergelaten om bij Jezus te kunnen zijn. Het deed ons ook denken aan de Bergrede. Mijn man en ik beleefden één van de mooiste momenten van ons leven bij die Verschijning. Op de Verschijningsberg ontmoetten we een religieuze die ons eraan herinnerde dat Onze-Lieve-Vrouw ons genade schenkt op voorwaarde dat we trachten ons lijden aan God op te dragen, dat wij zelfs zo ver gaan dat wij Jezus danken voor het lijden dat ons gegeven wordt, dat licht, kracht en genezing kunnen groeien in ons.



In Medjugorje kon ik het licht ervaren doordat ik het doel en de zin van het lijden voor het persoonlijk leven kon begrijpen. Genezen gebeurt stap per stap. Maria wil genezing voor elk van ons, in de eerste plaats onze geestelijke genezing. Wanneer we onze ziel openstellen, laten we toe dat God binnenkomt, om te werken aan onze genezing.

De volgende ochtend is mijn man vroeg opgestaan om de kruisweg te bidden op de Krizevac. (een hoge moeilijke berg vol rotsstenen met bovenop het Kruis)  

Ondanks de vermoeidheid van de ganse reis vertrok mijn man om 5 uur in de ochtend. Na de middag is hij teruggekomen. Het was verschrikkelijk warm. Ik kon niet uit bed en had geen drank.

Ik wachtte op mijn man en heb mijn kruisweg gedaan in bed die ochtend. Mijn man heeft heel intens de kruisweg beleefd. Onze zoon was met hem meegegaan.



Pater Slavko werd verscheidene malen vernoemd tijdens de kruisweg. Mijn man was er echt door geraakt. Toen hij terugkwam, dacht ik dat hij zou willen rusten. Maar hij wilde met mij naar het graf van Pater Slavko. (een van de priesters uit de periode dat de verschijningen begonnen. Hij leefde als een heilige en stierf op de Kruisberg, nadat hij er de H.Mis had opgedragen)



Ik ben met hem meegegaan. Het was 14 uur en verschrikkelijk warm. Wanneer we samen bij het graf van Pater Slavko waren, voelden we beiden een voortdurende zachte bries, gedurende de ganse tijd van ons gebed. Wij dachten dat iedereen die middag dit briesje zou gevoeld hebben. Maar de andere pelgrims zegden ons dat zij bijna onwel werden van de hitte op dat moment. Zonder af te spreken hebben mijn man, mijn dochter en ikzelf hetzelfde gezegd: wij hebben gebeden dat God me zou genezen, enkel en alleen wanneer het zijn Wil was. En dat het niet voor mezelf, maar voor onze kinderen zou zijn. Later op de dag zijn we naar de H. Mis geweest.



We stonden dicht bij het graf van Pater Slavko. Hij stond ervoor bekend iedereen tot de Eucharistie te voeren. Tijdens de H. Mis voelde ik me aangetrokken om te bidden tot de heilige Geest, in een vreugde die ik niet kan beschrijven. Ik heb Hem gevraagd dat Hij gans mijn leven en gans mijn persoon in handen zou nemen.



Mijn man en ik bereidden ons voor om de H. Communie te ontvangen. Er stond al een enorme file van pelgrims die allen ter Communie wilden gaan en wij zochten een plaats met de rolstoel.



Er kwam een priester naar ons toe, een priester met een ongelofelijke schoonheid, en hij gaf enkel mijn man en mij de H. Communie en verdween weer. Mijn man had gezien dat de H. Hostie heel groot was en lichtgevend. Hij was er helemaal ondersteboven van. Hij had werkelijk Christus aanwezig gevoeld in de Hostie en begon te wenen.



Ik was nog steeds in gebed en mijn man stelde voor om wat opzij te gaan staan om een dankgebed te kunnen bidden. Voor mij was Onze-Lieve-Vrouw daar duidelijk aanwezig: ik werd een duidelijke rozengeur gewaar. Met innerlijke blik zag ik mezelf staan dansen voor de troon van de Vader, in witte kleren. Maar ik dacht: "Lieve Heer, ik kan toch helemaal niet dansen?" Ik heb dan een kracht gevoeld die in mij kwam, een stroom van leven die me wakker maakte. Ik heb dan gezegd: "Mijn God, ik vraag u de zegen en de genade: sta toe dat ik met mijn man spreek." En ik heb dan aan mijn man gezegd: "Ruik je ook die rozengeur?"



Mijn man realiseerde zich niet wat er gebeurde en antwoordde: "Nee, want mijn neus is verstopt." Ik heb dan toch maar een beetje aangedrongen (glimlacht): "Heb je me gehoord? Ik spreek wel!"



Ik deed dan een daad van groot geloof en ben uit mijn rolstoel gesprongen, wat bijna onmogelijk was vanuit die liggende positie. Het was mijn Taborberg en Gedaanteverandering, want ik kon die avond terug op mijn benen staan.



God heeft me niet helemaal genezen. Mijn spijsvertering is nog niet in orde en ik lijd nog steeds fysieke pijn. God wilt niet dat we niet meer lijden, maar dat we de middelen krijgen om te beantwoorden aan onze roeping. Ik heb de grote vreugde om zowel de verrijzenis te beleven als de kruisweg. De artsen zeggen dat ik voldoende rust moet nemen.



Dat is een grote genade voor mij, want het is een tijd voor gebed. Mijn man en ik geloven dat mijn genezing niet louter gegeven is voor ons persoonlijk, maar ook gegeven is voor u allen, opdat u meer vreugde zou mogen ontvangen, meer geloof zou krijgen. De heilige Geest heeft van mij een teken gemaakt van de kracht van de Barmhartige Jezus.



Ik wil eindigen met enkele woorden uit het Magnificat:"

"Hoog verheft nu mijn ziel de Heer,

verrukt is mijn geest om God, mijn Verlosser,

Zijn keus viel op zijn eenvoudige dienstmaagd.

Wonderbaar is het wat Hij mij deed,

de Machtige, groot is Zijn Naam!"



De genezing van Pascale heeft veel mensen innerlijke vreugde geschonken en het geloof versterkt. Pascale werd al jarenlang intensief behandeld door 3 kinesitherapeuten. Zij kenden de liefde van God nog niet. Toen ze bij thuiskomst Pascales' spieren voelden, voelden ze normale, goed ontwikkelde spieren. Ze verklaarden dat Pascale voor haar vertrek slechts spieren had als één lijn, als een dunne koord. 8 dagen na haar vertrek zijn haar spieren plotseling volkomen normaal. Ze erkennen alle drie dat dit zomaar niet kan en spreken van een mirakel.



De longarts heeft vastgesteld dat haar longen, die voordien maar voor 30% werkten, nu weer 118% in orde zijn. De arts heeft verklaard dat dit geneeskundig onmogelijk is. Het was bovendien een onomkeerbare toestand. De dokter zegde: "Dit geeft mij een zeker geloof."
De gezinshelpsters die vroeger met alles moesten helpen, komen nu nog slechts 4 uur per week. Al deze dames hebben werkelijk een weg van geloof afgelegd.
Pascale werd ook permanent bijgestaan door 4 verpleegsters. Drie van de vier geloven. De vierde is protestants en kan moeilijk geloven dat de genezing verkregen werd door Maria en de Eucharistie.
Toch is het zo: Pascale is genezen van leuco-encéphalopathie, heeft geen rolstoel, noch zuurstoftherapie meer nodig.

Voor God is niets onmogelijk! 




............................................................................................................



Een zondagpreek om "U" tegen te zeggen.

12 januari 2014, De doop van Jezus in de Jordaan, laatste zondag van de Kersttijd.

Als deze zondag voorbij is bevinden wij ons liturgisch gezien opnieuw in "de tijd door het jaar, een periode die gekenmerkt wordt door de groene kleur van de gewaden, behalve als er toch een feestdag is, dan is de kleur wit, zoals vandaag. Of wanneer een martelaar wordt herdacht dan is de kleur rood.

De bekendmaking van de menswording, of "incarnatie van God" is het grote thema van de kerstperiode. Op kerstdag zelf staan we stil bij zijn menselijke geboorte. Beseffen we wel voldoende dat die incarnatie betekent dat onze God, de God waarin wij geloven, de God van de mensen is.

God, Schepper van hemel en aarde, einddoel van al wat bestaat, is in het Christendom helemaal op de mens betrokken en vooral op de eenvoudige, de nederige mens. Niet in het paleis van Herodes, met zijn chique hofhouding wordt Hij erkend, maar door herders, stoere bonken, maar ook eenvoudige kerels, waar door velen op neergekeken werd. In dat milieu wordt Hij erkend.
Als vingerwijzing naar de volgelingen van Jezus, kan dit nog al tellen.

Naast het geboorteverhaal zijn er drie andere verhalen die al sinds de eerste eeuwen van het christendom de bekendmaking, de openbaring van Jezus als Zoon van God beklemtonen. Dit is ten eerste het verhaal van de Wijzen uit het Oosten, die een groot licht zagen en op zoek gingen naar wat er gebeurd was. Dit staat bij Matteus en het wordt elk jaar gelezen, op het feest van de Openbaring, het zgn. Driekoningen feest, dat we vorige zondag hebben gevierd. Het zijn inderdaad Wijzen die Hem vinden, belangrijke mensen en toch nederig genoeg om dit kind te vereren met hun bezoek en hun geschenken. Ze kwamen uit het Oosten, van verre, wat er op wijst dat die Jezus ook erkend zal worden door mensen uit andere windstreken, dus niet alleen door eenvoudige mensen uit het Joodse volk.
We vinden in het Driekoningenfeest een aanzet tot de idee van het wereldwijde karakter van het Christendom. We vieren dan ook telkens Afrikadag. Feest van de Openbaring van Gods Zoon is een zeer geschikte dag om de universaliteit van de Kerk te beleven.

Het tweede van die drie andere openbaringsverhalen hoorden we vandaag. Het is de Doop van de Heer in de Jordaan door Johannes. Het doopverhaal vinden we bij de drie synoptici: Mt, Mc. en Lc. Ook Johannes vermeldt de doop van Jezus en benadrukt ook de Geest die over Hem neerdaalt.
Dit horen we elk jaar in de versie van een andere evangelist. We zijn nu in een -A-jaar, een Mattheusjaar. Door zich bij Johannes te laten dopen sluit Jezus zich aan bij al die andere mensen die daar dat doopsel van bekering ondergingen. Tegelijkertijd wordt in dit gebeuren duidelijk gemaakt, geopenbaard, dat Hij de titel "Zoon van God" verdient.
Hij is vervuld van de Heilige Geest. De duif is het symbool van die Geest van God, die Jezus helemaal bezielt. En als sinds de apostelen de christenen gedoopt worden, dan is dat om zo'n doopsel als Jezus te ondergaan. Daarin wordt uitgedrukt dat je bestemd wordt tot een levenswijze waarin de Geest van God bezit van je mag nemen; tegelijk word je opgenomen in de gemeenschap van de gelovigen waarin Gods Geest inderdaad aan het werk is, althans op haar beste momenten.

Het derde openbaringsverhaal horen we alleen in een -C-jaar op de zondag na de Doop van de Heer. Het staat enkel in het evangelie volgens Johannes en het is het bekende Kanawonder op de bruiloft van Kana. Dit spreekt geweldig tot de verbeelding, zeker als je er de bedoeling van kent.
Dit verhaal wil laten zien dat in Jezus de Messiaanse volop doorbreekt, vandaar die overvloed, die idee van volheid, van vervulling.
In Jezus laat God zich helemaal kennen en in Jezus breekt de tijd aan dat God volledig in het menselijke te zien is. In Jezus wordt diepe menselijkheid opgetild tot een goddelijk niveau. Menselijkheid, solidariteit, liefde, zorg...krijgen een goddelijke Status. 
De mens die zich laat vullen met de liefde van Christus, bereikt de ware zin van het leven, echte levensvervulling. 

Samengevat:

Kerstverhaal: de eenvoud, de nederigheid, eerbied voor het kleine en onverwachte, de vredesboodschap: zie Maria, Jozef, kind Jezus, de arme omgeving, de herders, de engelen.

Driekoningen: Jezus komt ook voor Wijzen uit verre landen, hij heeft een universele boodschap.

Doop van de Heer: Vader, Zoon en Geest zijn één. Christenen herleven in de Geest van de Heer, laten het kwaad achter zich.

Kana: de Messiaanse tijd breekt in Christus door, de volheid van Gods liefde zal zichtbaar worden in Hem.

Predikant: Pater Andreas 



in het Heilig Land  -  aan de Jordaan


.........................................................................................................................................................



Paus roept op tot broederlijke en eensgezinde wereld.


Alle mensen zijn kinderen van God en behoren daarmee tot een grote familie, aldus de paus. Iedereen heeft de taak te helpen om van de wereld een "gemeenschap van broeders" te maken en te zorgen dat het er in de samenleving rechtvaardiger en meer solidair aan toe gaat, dat zei hij tijdens de Angelustoespraak op Nieuwjaar. Daarvoor hadden zich op het St.-Pietersplein rond 100.000 mensen verzameld.

Christelijke hoop

Eerder die ochtend had de paus in zijn preek opgeroepen 2014 met vertrouwen en daadkracht tegemoet te zien. Christenen putten hun hoop niet uit “breekbare menselijke beloften" of een eenzijdig toekomstoptimisme. 
In plaats daarvan moet elk mens vertrouwen op Gods liefdevolle bescherming en Zijn Voorzienigheid. Zijn zegen geeft kracht, moed en hoop, zei paus Franciscus.


Moed

In zijn angelustoespraak waarschuwde de paus om niet onverschillig te staan tegenover oorlogen en geweld  en geen onrecht te accepteren dat in vele delen van de wereld heerst. Het komt erop aan zich moedig voor vrede en verzoening in te zetten en alle verleidingen tot wraak, arrogantie en corruptie te weerstaan​. Ware vrede vereist zachtmoedigheid en de geweldloze kracht van de waarheid en de liefde, zei de paus. Iedereen moet daarmee in zijn eigen omgeving beginnen.


Werelddag van de vrede


De katholieke kerk viert het eerste januari als Werelddag van de Vrede. Dit jaar luidt het thema "Broederschap, fundament van de weg naar vrede". Het initiatief gaat terug op paus Paulus VI (1963-1978) en werd voor het eerst in 1968 gevierd. In zijn eerder al gepubliceerde vredesboodschap roept paus Franciscus op tot een meer rechtvaardige samenleving als basis voor een duurzame vrede.


Opkomen voor anderen

Op oudejaarsavond deed de paus een beroep op de burgers van Rome om grotere solidariteit te tonen met de armen, vluchtelingen en anderen in nood. Rome zou nog mooier zijn als het rijker was aan menselijkheid en gastvrijheid, zei hij. 

De inwoners en de toeristen mogen hun ogen niet sluiten voor de sociale problemen van de stad. opkomen voor een menselijke behandeling van de vele vluchtelingen en werklozen in Rome is ieders zaak, niet alleen voor de officiële instanties, aldus de paus tijdens de vespers in de St.-Pieter.


Paus Franciscus









..........................................................................







*******************************************************************************



HEEL DRINGEND - GELIEVE UW STEM TE LATEN HOREN AUB 



DE RECHTEN VAN DE MENS OF WAT ER NOG VAN OVERBLIJFT 

Op 10 december is het 65 jaar geleden dat de Universele Verklaring van de Rechten van de mens werd aangenomen door de algemene vergadering van de VN. 




Uitgerekend op die dag, dinsdag 10 december, zal om 10.00 uur gedebatteerd worden over het gewijzigde Estrela rapport. De stemming zal plaats vinden om 12.45 uur. 

Het gewijzigde rapport zet ouders buitenspel waar het de seksuele opvoeding van kinderen betreft, verheft abortus tot een mensenrecht, beperkt vrijheid van geweten, en exporteert abortus naar landen die ontwikkelingshulp ontvangen. 

Het rapport ondermijnt het EBI Eén van ons. 
De stem van 1,9 miljoen Europeanen dreigt te worden gesmoord!!! 

Benader uw predikant, uw pastor, en bid of God deze stemming wil leiden voor het leven, tegen de dood.


Benader uw politici en vraag of zij hun stem willen verheffen tegen deze wetgeving. 

Breng hieronder uw stem uit.





...................................................................................................................................................................




Een brief aan onze kinderen



Voor ons bestaat er zo iets als de "Goddelijke Voorzienigheid," anderen noemen dat toeval, nog anderen vinden het gewoon.


Ziehier de "story"
De huurder van onze dochter haar huis had haar opzeg gegeven en verlaat einde dezer maand de woning (opzeg van 3 maanden) (zelf woont onze dochter in het buitenland). Bij vorige gelegenheden stond de woning amper een paar weken te huur en nu na ruim 2 maanden waren er slechts 4 mensen komen kijken, maar niet geïnteresseerd. Ik zat een beetje met mijn handen in mijn haar, want vanaf 1.1.2014 geen inkomsten meer, en de onkosten blijven doorgaan. (wij, haar ouders houden toezicht, zolang zij in het buitenland vertoeft.)

De andere kant van de medaille.
Er is een dame (met een zoon), die al een heel jaar op zoek is naar een geschikte, betaalbare woning, maar die niet vindt, omwille van haar sociale status en misschien ook haar donkere huidskleur. Ze is ten einde raad, want haar zoon is opgesloten in de straat van de begijntjes en kan maar vrij komen als hij een onderdak heeft. De zoon die ontlast is van de beschuldiging die hem ten laste werden gelegd, kwam gisteren vrij. Goed nieuws dus, maar... de moeder heeft nog steeds geen woning.

En PLOTS ging er bij mij een lichtje branden, "een leeg huis en een vrouw zonder woning," is dat te matchen? En ja, dat match, een paar telefoontjes gedaan, ver weg en dichtbij, en klaar is kees.In afwachting slaapt de zoon voorlopig hier, in de hoop (en ook wel de zekerheid) dat zij binnenkort beiden . naar een nieuwe THUIS kunnen verhuizen.. Ik heb nog niet eens har(t) moet bidden, de oplossing kwam uit de hemel gevallen.  

Hierbij nog een foto die ik een paar dagen geleden maakte, vooral voor onze kleinkinderen, en die ik voor kerstmis aan hen zal zenden. Maar ook volwassenen kunnen er wel bij varen. Dus, aan iedereen, met veel liefde, en de (wijsheid en ervaring) van bejaarde mensen..

Dikke kus
moeke, oma


Mooie ADVENT-tijd voor iedereen.


.......................................................................................................



Bless the Lord my soul.



Zondag begint de Advent.
Vier weken van voorbereiding op het kerstfeest.

We bereiden ons voor om Kerstmis te vieren,
met de familie, met vrienden, sommigen zelfs met alleenstaanden.
Geschenken, versierde woningen en straten, lekker eten,
het hoort er allemaal bij.

Maar hoe maken wij ons innerlijk klaar, om de geboorte van Jezus
te herdenken en te vieren? Misschien gaan we naar de nachtmis,
misschien nodigen we een eenzame mens uit.

Houden wij ook schoonmaak in ons hart en onze ziel.
Daarvoor bestaat een Sacrament bij uitstek: "de biecht",
waar we Jezus persoonlijk ontmoeten,
die klaar staat met zijn Liefde en Barmhartige Vergeving.

Op die manier wordt Kerstmis echt een feest van vrede in ons hart.







............................................................................................................................................


EINDTIJD?

Bevinden wij ons in de Eindtijd? Volgens vele bronnen wel. Hoe zal onze toekomst en die van onze kinderen en kleinkinderen er uit zien? Dat weet God alleen. Maakt de Kerk een crisis door? Ongetwijfeld, zeker in het Westen en in de rijke landen. In andere delen van de wereld groeit en bloeit ze, dikwijls ten koste van vele martelaren, die stierven voor hun geloof in Jezus onze Redder. 

 

Maar laat ons eerlijk zijn, ook hier bij ons in het Westen, ook dus in de USA, wordt er alles aan gedaan om het de gelovigen zo moeilijk mogelijk te maken. Mensen worden opgepakt omdat ze openlijk getuigen van hun geloof en van de moraal die God aan de mensheid gegeven heeft. Met als eerste: "Gij zult niet doden". Is abortus moord of niet? O ja, het is legaal, maar is het daarom minder kwaad? En nu weer euthanasie bij kinderen die terminaal zijn en wilsbekwaam. Iemand juichte de wet toe (op Facebook) en schreef erbij en nu moeten de dementen nog de kans krijgen en dan is onze wetgeving hier in België HUMAAN. Hoe kan men zo dom en zo blind zijn. Al die wetten zijn wetten die de "doodscultuur" verheerlijken.
En dat terwijl onze God een God van liefde is en van LEVEN. Er is maar één middel, en dat is het GEBED, die deze toestanden kan doen keren. En de Rozenkrans is daarbij een krachtig en sterk wapen. Satan weet dat hij daarmee kan en zal verslagen worden. Daarom gaat hij als een razende te keer. Om zoveel mogelijk zielen in zijn eeuwige hel te krijgen. Laten wij daarom bidden voor hen, die zelf niet (meer) bidden. Voor hen die misleid zijn en afgehaakt hebben. voor de stervenden. Maar ook voor de Paus, die het bijna iedere dag vraagt om voor hem te bidden, voor de Kerk en voor al onze geestelijke leiders, vooral onze priesters, die soms meerdere parochies tegelijk moeten bedienen. Opdat ze niet ontmoedigd zouden geraken. En ook voor nieuwe roepingen. En voor elkaar, want ook wij hebben iedere dag opnieuw Gods steun nodig.
ria 

...........................................................................................................................





De wereld verandert,
de mensheid verandert,

en hoe staat het met het GELOOF?

ria


Moeder en Zoon, onafscheidelijk.



de Heilige Harten van Jezus en Maria



Icoon



Icoon



Bradi Brath



Bradi Barth



Bradi Barth





Onder Maria's bescherming.












Medjugorje - de beginperiode van de verschijningen.


Marija, Jacov, Vicka,







2 opmerkingen:

jivou zei

Mooie blog Ria, fijn dat u de mensen ook waarschuwt voor de "Waarschuwing",gelukkig haken het er meer en meer mensen af.
De locuties worden weer vertaald ,die volg ik ook graag .
Het levensverhaal van de dokteres was zeer spannend.
Een betrouwbare blog, bedankt.

ria zei

Ik waarschuw niet tegen de "Waarschuwing", zoals aangekondigd in Garabandal.
Maar wel tegen de Ierse vrouw MDM, die zichzelf als laatste profeet heeft benoemd
en Paus Franciscus de valse profeet noemt.
Nu haar identiteit en geldzucht zijn bekend, verliest ze een aantal volgelingen.
Maar toch is en blijft ze gevaarlijk, samen met vele andere valse zieners en profeten.
Het is moeilijk het kaf van het koren te scheiden, daarom is er maar één oplossing:
"trouw zijn aan de leer van de Kerk en aan de paus."

Dank voor uw bemoedigende woorden.
ria39