Zuster Lucia pagina 5.

                                                                                         
                                                                                                                       Wat voorafging 

5. Nieuwe bezoeken van Onze Lieve Vrouw

De H.Maagd was zo goed Jacinta nog een keer te bezoeken, om haar nieuwe kruisjes en nieuwe offertjes aan te kondigen. Ze sprak er met me over en zei: 'Onze Lieve Vrouw heeft tegen me gezegd dat ik naar Lissabon ga, naar een ander ziekenhuis; dat ik jou en ook mijn ouders niet meer zal zien. Ik zal er veel lijden en ik sterf alleen, maar ik hoef niet bang te zijn want zijzelf komt me naar de hemel halen.'

Ze begon te huilen, gaf me een knuffel en zei: 'Ik zal je nooit meer zien. Zo ver weg kan je niet bij me op bezoek komen. Denk erom, bid veel voor me omdat ik alleen sterf.' Tot de dag van haar vertrek naar Lissabon leed ze vreselijk. Vaak omhelsde ze me en zei in tranen:

64
 'Zal ik je echt nooit meer zien? En ook mama niet, en papa en de broers? Zal ik dan nooit meer iemand zien? En daarna ga ik in mijn eentje dood!' 'Denk daar maar niet aan', zei ik op zekere dag tegen haar. 'Laat me maar denken, hoor. Hoe meer ik er aan denk, hoe meer ik lijd. En ik wil lijden voor Onze Lieve Heer en voor de zondaars.  Het kan me ook niets schelen, want Onze Lieve Vrouw komt me naar de hemel halen.'

Soms kuste ze een kruisbeeld en met een omhelzing zei ze dan: 'Mijn Jezus, ik houd van U en ik wil veel lijden uit liefde tot u.' Andere keren zei ze: 'Jezus, nu kunt u veel zondaars bekeren, want dat was een heel groot offer!'

Soms vroeg ze me:  'En zal ik dan doodgaan zonder dat ik Jezus in de hostie heb ontvangen?  Wie weet, of Onze Lieve Vrouw hem meebrengt als ze me komt halen…'

Ik vroeg haar eens: 'Wat ga je in de hemel eigenlijk doen? 'Ik ga daar heel veel Jezus beminnen en het Onbevlekt Hart van Maria en ik ga er heel veel bidden voor jou, voor de zondaars, voor de Heilige Vader, voor mijn ouders, broers en voor alle mensen die om mijn gebed hebben gevraagd.'

Als haar moeder er verdrietig uitzag, omdat ze haar zo ziek zag, zei Jacinta: 'Wees maar niet bedroefd, mama, ik ga naar de hemel. Daar zal ik veel voor je bidden.' Andere keren zei ze: 'Huil maar niet, met mij gaat het goed.' Als iemand haar vroeg of ze iets nodig had, zei ze: 'Dankjewel, ik hoef niets.' Wanneer ze weg waren zei ze: 'Ik heb erge dorst, maar ik wil niet drinken; ik offer het aan Jezus voor de zondaars.' Toen mijn tante me eens een paar dingen vroeg, riep ze me bij zich en zei: 'Ik wil niet dat je tegen iemand zegt dat ik lijd; ook niet aan mijn moeder, want ik wil niet dat ze verdrietig is.

65
Op een dag trof ik haar aan terwijl ze een plaatje van de H.Maagd kuste en zei: 'Oh, moedertje in de hemel, moet ik dan in mijn eentje doodgaan?' Het arme kind leek te beven bij de gedachte dat ze alleen zou sterven. Om haar op te vrolijken zei ik: 'Wat kan het je schelen om alleen dood te gaan? Onze Lieve Vrouw komt je toch halen.' 'Ja, dat is waar! Het kan me niets schelen. Maar ik weet het niet, soms denk er niet meer aan dat zij me komt halen en dan denk ik er alleen maar aan, dat ik dood ga zonder dat jij bij me bent.'

6. Vertrek naar Lissabon

Eindelijk brak de dag aan van haar vertrek naar Lissabon. Het afscheid was hartverscheurend. Lange tijd hield ze mij in haar omhelzing en zei huilend: 'We zullen elkaar nooit meer terugzien! Bid veel voor mij, tot ik naar de hemel ga. Daarna zal ik dáár veel bidden voor jou. Vertel nooit iemand het geheim, al maken ze je dood. Houd veel van Jezus en van het Onbevlekt Hart van Maria en breng veel offertjes voor de zondaars.'

Vanuit Lissabon liet ze me nog zeggen dat Onze Lieve Vrouw haar was komen bezoeken; dat zij de dag en het uur van haar dood had meegedeeld. Ook drukte ze me nog op het hart heel goed te zijn.

(23) Jacinta ging op 21 januari 1920 naar Lissabon en werd opgenomen in het weeshuis van Onze Lieve Vrouw van de Wonderen, gesticht en bestuurd door Moeder Godinho. Het lag in de Rua da Estrela 17. Op 2 februari 1920 werd Jacinta overgebracht naar het ziekenhuis D.Estefânia en daar stierf ze, op 20 februari 1920 om 22.30 uur.

66
NASCHRIFT

Excellentie, hier heeft u dan mijn herinneringen aan Jacinta. Moge de goede God deze daad van gehoorzaamheid aannemen, om in de harten van de mensen het vuur van de liefde tot de Harten van Jezus en Maria te ontsteken. Ik vraag u nog een gunst: mocht u iets van wat ik geschreven heb willen publiceren (24), weest u dan zo goed om niet over mij, arm miserabel schepsel, te schrijven. Ik kan u verzekeren dat ik blij zou zijn als ik hoorde dat u dit schrijven verbrand heeft zonder er iets van gelezen te hebben. Ik heb immers alleen maar geschreven om de wil van de goede God te doen, die ik uitgedrukt vind in wat u van mij wilt.

(24) Deze Herinneringen van Lucia werden voor het eerst overgenomen door kanunnik Dr.José Galamba de Oliveira, in zijn boek ‘Jacinta’ (mei 1938).




Geen opmerkingen: